Leerlingen en Arbowet
De sociale- en fysieke veiligheid van leerlingen wordt al beschermd met de Wet op het voortgezet onderwijs. In bijzondere gevallen is ook de Arbowet van toepassing op leerlingen, namelijk in situaties waarin 'Verrichtingen van leerlingen en studenten in onderwijsinrichtingen of gedeelten daarvan, open ruimten daaronder begrepen, vergelijkbaar zijn met arbeid in de beroepspraktijk' (Arbowet art.2 b en het Arbobesluit art. 1.10).
Dat betekent dat als een leerling materiaal en apparaten gebruiken, ervan uitgegaan moet worden dat de leerling dan onder de werking van de Arbowet valt. Dan moet er dus een goede arbeidsplaats zijn, goede arbeids- en beschermingsmiddelen en moet er voorlichting, onderricht en instructie worden gegeven over veiligheid en gezondheid.
Leerlingen zijn natuurlijk verplicht zich te houden aan die instructies, het schoolreglement, leerlingenstatuut en/ of practicum protocollen (o.a. dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen en opvolgen van instructies). Net zoals de werkgever toezicht houdt op het naleven van instructies door de werknemers, moet ook toezicht gehouden worden op het naleven van de instructies door leerlingen. Dat dat om een andere vorm van toezicht vraagt zal duidelijk zijn.