Lokalen en werkruimten
Lokalen en werkruimtes voor Zorg en Welzijn moeten geschikt te zijn voor de activiteiten die daarin plaatsvinden. Er moet veilig en gezond gewerkt kunnen worden. In het voortgezet onderwijs zijn minimale normen voor o.a. het binnenklimaat . Deze zijn opgenomen in de Arbocatalogus-VO. Hierin staan eisen voor binnenlucht / ventilatie, temperatuur, daglicht en verlichting en geluid.
Zorg er voor dat de inrichting van het lokaal past bij het (ook praktische) onderwijs dat daarin verzorgd en dat de inrichting vluchtroutes niet blokkeren en niet hinderlijk is voor het bereiken van voorzieningen als een brandblusdeken.
In principe zijn de uitkomsten van de RI&E leidend voor de eisen die aan de inrichting en uitvoering van lokalen en werkruimtes voor Zorg en Welzijn gesteld moeten worden.
Idealiter is in iedere ruimte een blad met voorschriften of regels beschikbaar, bijvoorbeeld op een publicatiebord, over hoe te handelen bij gevaarlijke situaties in die ruimte. Die voorschriften of regels gaan in ieder geval over de apparatuur en de stoffen waarmee wordt omgegaan in die ruimte.
Voor de gebruiker is duidelijk waar de veiligheidsvoorzieningen zijn, bijvoorbeeld ingetekend op plattegrond (bijvoorbeeld schaal 1:50). Deze plattegrond bevat:
- vluchtwegen met de looprichting;
- instructies bij melding van ongevallen en namen van hulpverleners;
- instructies voor het ontruimen van het gebouw, incl. vluchtwegen, etc.;
- plaats van de vereiste repressieve middelen zoals brandblusser, branddeken, noodstop elektriciteit (bijlage*) ;
- een gemarkeerde route naar de repressieve voorzieningen met de daarvoor geldende symbolen;
- plaats van de centrale afsluiters voor gas, water en elektriciteit;
- normale plaats van de meubels (geen rij mag eindigen tegen een wand)
*) De Nvon heeft twee werkbladen over Eisen aan lokalen en inrichting en Eisen t.a.v. veiligheid gemaakt voor op haar site. Veel van de punten op de lijst zijn ook van toepassing voor lokalen Zorg en Welzijn.