Houtstofmeting

Is een houtstofmeting verplicht of wenselijk?

Een hoge beroepsmatige blootstelling aan houtstof is ongezond. Denk aan werknemers in de houtproducten industrie waar elke dag grote hoeveelheden houtstof worden geproduceerd. Dat zijn hoeveelheden die in het vmbo niet gehaald zullen worden.

En toch; idealiter wordt houtstof zoveel als mogelijk afgezogen. Als er bij normaal onderhoud de volgende ochtend een laagje stof op de werkplek ligt, dan weet je dat afzuiging aan de bron (bij machines) of de ventilatie van de ruimte niet afdoende is. Meld bij de leidinggevende dat er te veel stof is en stem af wie de preventiemedewerker informeert. Bekijk of afzuiging en ventilatie nog goed functioneren. En of de reguliere schoonmaak (good housekeeping) op orde is. Om deze punten te kunnen beoordelen lijkt een meting van de concentratie houtstof wel erg ver gaan.

Als er toch overwogen wordt om een meting van de concentratie houtstof uit te laten voeren, is de vraag waar die meting een antwoord op zou moeten geven. Ook is er de moeilijkheid van het meten zelf: wat en waar wil je precies meten. Denk bijvoorbeeld aan: hoeveel meetpunten, over welke periode, bij welke activiteiten, meten in de ademzone van medewerker / leerling, etc., etc. Een valide meting van de concentratie houtstof en de blootstelling daaraan kan zo een kostbare aangelegenheid worden. In het algemeen zullen in BWI lokalen de normen niet overschreden worden, maar twijfel je, vraag dan een arbeidshygiënist van een arbodienst om deskundig advies. Een arbeidshygiënist kan ook adviseren over de metingen en indien nodig ook uit (laten) voeren.

Wat betreft de verantwoordelijkheid. Deze ligt bij het management van de school. Het valt namelijk onder de randvoorwaarden voor veilig werken. Het management zal dit in het algemeen gedelegeerd hebben naar de persoon binnen de school die verantwoordelijk is voor de RI&E.

Meer informatie over beroepsmatige blootstelling aan houtstof in de industrie zie: Arboportaal > Houtstof