Ventilatie en afzuiging
Bronafzuiging voert lasrook direct af van het werkstuk, de plek waar lasrook ontstaat. Daardoor wordt het inademen van lasrook sterk verminderd. Wijs leerlingen er (regelmatig) op dat bronafzuiging alleen werkt als laswerk plaatsvindt binnen het vangbereik van de afzuiging.
Ruimteventilatie haalt lasrook die zich toch verspreid uit de omgevingslucht. Het heeft de voorkeur de dampen direct naar buiten af te voeren.
De capaciteit van de ventilatieapparatuur is afhankelijk van verschillende factoren. De belangrijkste zijn de inschakelduur, de toegepaste stroomsterkte en, bij autogeen lassen, het brandernummer. Ook het type lasproces en het materiaal waaraan gelast wordt zijn van belang om vast te stellen hoe krachtig de ventilatie moet zijn. Laat u hierover adviseren door een deskundige.
Onderhoud de afzuig- en ventilatieapparatuur regelmatig; slecht werkende of sterk vervuilde apparatuur doet zijn werk immers niet goed.