MENU

Tips voor gezond lassen

  • Laat leerlingen voor het lassen lastoortsen, autogeenbranders en het te lassen materiaal goed schoonmaken. Verontreinigingen, zoals vuil, roest, vet, ontvettingsmiddel en olie smelten bij het lassen mee en komen in de lucht.
  • Gebruik de elektrode, draad of lasbrander die past bij het te lassen materiaal.
  • Leg het benodigde materiaal en gereedschappen klaar binnen bereik. Daarmee wordt voorkomen dat (persoonlijke) beschermingsmiddelen tijdelijk onnodig verwijderd worden.
  • Zet ventilatie en afzuiging altijd aan vóór met lassen begonnen wordt. Controleer of deze apparaten aan staan en werken.
  • Ga, om te voorkomen dat lasrook makkelijk de mond bereikt, niet voorovergebogen boven het werkstuk staan of zitten.
  • Neem tijdens het lassen een zo ontspannen mogelijke houding aan. Hoe meer je je inspant hoe meer lasrook je inademt.
  • Eet of drink niet tijdens bewerkingsprocessen en ook niet in de werkruimte.
  • Verwijder stof met een stofzuiger en niet met een bezem. Bij stofzuigen verwijder je het stof, bij vegen breng je het weer in de lucht.